Het dorp Stedum was in het begin eigendom van het klooster in Aduard. Dit klooster heeft in de 13e eeuw opdracht gegeven tot de bouw van een stenen kerk in Stedum. In die periode was Fivelingo onderdeel van de Ommelanden van Friesland. Friesland liet de gebieden besturen door landadel en abten. In Stedum was de abt van het klooster uit Aduard de persoon die de macht had. Dit ging in in 1356 over naar het Sint Anna klooster. Dit deed het klooster later weer van de hand.
Later ging de macht over naar een hoofdeling. Een hoofdeling was niet altijd iemand van adel maar wel iemand met grond en die bestuurlijke en juridische macht uitoefende. Het is mogelijk dat al voor de 15e eeuw een deel van de macht niet bij de klooster lag maar bij de heren van Stedum. Vanaf de 13e eeuw zijn er bronnen die meerdere keren spreken over een heer van Stedum. Een aantal belangrijke families zijn de familie Nittersum, Clant, Gerlacius en van Lintelo. Deze families zijn allemaal eigenaar geweest van minimaal 1 van de borgen van Stedum. In tegenstelling tot vele Ommelander borgheren waren de borgheren van de borg in Stedum over het algemeen goed voor de bevolking. Zo heeft in 1788 de toenmalige borgheer het orgel laten vernieuwen. Na de Reductie van Groningen waarbij Groningen zich aansluit bij de Republiek worden alle katholieke instellingen onteigend. Alles wat dan nog van de katholieken instellingen was in Stedum wordt dan eigendom van de provincie Groningen (Stad en Ommelanden). De 1 na laatste belangrijke bestuurlijke wijziging vindt plaatst tijdens de Franse overheersing na de Franse revolutie. Vanaf 1802 wordt Stedum een zelfstandige gemeente. Bij de gemeente hoorden ook de volgende plekken: Dijkum, Garsthuizen, Garsthuizervoorwerk, De Harde, Krangeweer, Lutjewijtwerd, De Vennen, Vierburen, De Weer en Westeremden. Na het samenvoegen van de gemeenten Stedum, Middelstum, 't Zandt en de oude gemeente Loppersum ontstaat in 1990 de nieuwe gemeente Loppersum. |